Via onze zienswijze uiten wij onze mening over de Ontwerp Omgevingsvisie SED, gericht op het behoud van rust, natuur en veiligheid. Hoewel we de algemene doelstellingen ondersteunen, wijzen we op inconsistenties tussen visie en beleid. Specifieke zorgen betreffen het gebrek aan concrete maatregelen voor het verminderen van motorvoertuigoverlast en het behoud van biodiversiteit. Wij pleiten voor een motorvoertuigen-luwe dijk met structurele snelheidsbeperkingen en het vermijden van evenementen die de natuurwaarden schaden. Wij verzoeken de gemeenteraad prioriteit te geven aan rust, natuur en betrokkenheid van bewoners bij toekomstige besluiten. Onze volledige reactie op de omgevingsvisie van de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland kunt u hieronder lezen.
De drie SED gemeenten willen de leef-kwaliteit in onze regio met een samenhangende integrale Omgevingsvisie op een hoger plan brengen. Wij hebben daar veel waardering voor. Wel worden door ons kanttekeningen geplaatst bij enkele onderdelen van de Ontwerp Omgevingsvisie SED. Deze zijn verwoord in onderstaande zienswijze.
1. Recreëren in een rustige romantische omgeving met gemotoriseerd verkeer, beide op de smalle Zuiderdijk: een (on)overbrugbare tegenstelling?
A. Doelstellingen
In de Ontwerp Omgevingsvisie wordt met veel liefde gesproken over het deel van de West-Friese Omringdijk dat valt binnen het “Westfries Lintenlandschap”. Het betreft de Zuiderdijk en omgeving, het gebied waar wij, indieners van deze zienswijze, wonen, werken en dus dagelijks verkeren. Wat schrijft men zoal:
- Met het open, kleinschalige en romantische karakter van het dijklandschap moet zorgvuldig omgegaan worden: er worden daar geen ontwikkelingen gefaciliteerd die haaks staan op deze drie karakteristieken.
- Het is een dijk waarop men graag wandelt, fietst, sport en van het uitzicht geniet. Gewaakt moet dan ook worden voor te veel snelheid en lawaai op de dijk.
Voor het deel van de Zuiderdijk dat valt binnen de gemeente Drechterland worden voor zover wij de tekst goed hebben begrepen (pagina 20, 2e alinea), aan de Ontwerp Omgevingsvisie de meer gedetailleerde afspraken toegevoegd uit het Raadsbesluit van de Gemeente Drechterland van 31 mei 2021 (zaaknummer 8941115).
Ook in 2021 wilde de Gemeenteraad van Drechterland de Zuiderdijk al tegen negatieve ontwikkelingen beschermen. Waar gaat het om:
- Rust, ruimte en natuurbeleving waren voor de Raad kernwaarden waarop het concrete beleidsmatige handelen afgestemd zou moeten worden.
- Ook brak de Raad een lans voor de wandelaar en de fietser. De dijk moet voor hen aantrekkelijk gemaakt worden! Fiets- en wandelroutes op en aan de dijk wenst men te bevorderen.
Als het gaat om de algemene visie, d.w.z. de abstracte opvattingen op doelstellingen- niveau, hebben wij, indieners van deze zienswijze, gelet op het voorgaande, weinig te klagen. Dat wordt echter anders als gekeken wordt naar de eerste aanzetten tot omzetting van algemene doelen naar concreet beleid. Uiteraard zijn uitspraken over beleidsmiddelen schaars in een abstracte Omgevingsvisie, maar wanneer ze daarin toch af en toe worden aangestipt, ontstaat bij ons de nodige zorg.
B. Beleidsmiddelen
In de Omgevingsvisie staat dat gewaakt moet worden voor “te veel” snelheid en lawaai op de dijk. Daarmee begrijpen wij, wordt onder meer beoogd dat de wandelaar en fietser min of meer ongestoord en veilig van de natuur en het landschap kunnen genieten. De eerste vragen die dan bij ons opkomen zijn:
- Wat betekent “te veel” snelheid en lawaai in dit specifieke verband?
- Waarom wordt wat men beoogt (een rustige romantische dijk waar het veilig en prettig toeven is voor wandelaars en fietsers) niet gekoppeld aan een concrete, ter zake doende precisering van ‘snelheid’ en ‘lawaai’
Bijvoorbeeld: maatregelen moeten genomen worden waardoor snelheid en geluid (veroorzaakt door motorvoertuigen) worden geminimaliseerd in die mate dat beide geen hinder opleveren voor de wandelaar en fietser. De beleving van de natuur en omgeving mag er niet negatief door beïnvloed worden!
Ook dit voorbeeld biedt natuurlijk ruimte voor verschillende invullingen op uitwerkingsniveau maar door deze formulering kan beleid op detailniveau toch beter (meer doel-georiënteerd) uitgewerkt worden.
Ook stelt men dat het gebruik van motoren op de dijk geleidelijk afgebouwd moet worden. Dat werpt natuurlijk direct de vraag op hoe beleidsmakers zo’n “geleidelijke” afbouw tot stand willen en kunnen brengen!Verder wordt er in de Ontwerp-Visie jammer genoeg niet over motorvoertuigen gesproken maar alleen over motoren. De auto krijgt dan vrij baan op die stille, rustige, lawaaiarme dijk, waar het voor wandelaars en fietsers prettig toeven is?
Dezelfde discrepantie tussen enerzijds fraaie en ongetwijfeld oprechte doelstellingen en anderzijds in te zetten beleidsmiddelen treffen we aan in het Raadsbesluit uit 2021. Daarin spreekt men gelukkig wel over het “motorvoertuigen-luw maken” en niet slechts van “terugdringen van motoren”, maar dat luw maken mag zich volgens het Raadsbesluit vervolgens alleen beperken tot de zomerse weekeinden.
Hoe stelt men zich dat tijdelijk motorvoertuigen-luw maken dan voor? Indien men daarmee wandelaars en fietsers echt wil beschermen en rust, stilte en natuurbeleving echt wil bevorderen zijn tijdelijk (alleen de weekends in de zomermaanden) werkende maatregelen moeilijk voorstelbaar.
- Een goede uitvoering van dit op zich uitstekende idee vraagt in onze ogen om een structurele verkeerstechnische aanpassing van het wegdek waardoor motorvoertuigen “te gast zijn”, de snelheid (ook) op een vanzelfsprekende manier teruggebracht wordt tot bijvoorbeeld 15 km/h en fietsers en wandelaars in het verlengde daarvan echt de ruimte krijgen. Zo’n ingreep verricht je niet alleen voor de weekends in de zomermaanden!
- Natuurlijk kan met gehele of gedeeltelijke wegafsluitingen ook gezorgd worden voor een motorvoertuigen-luwe Zuiderdijk, en ontstaat er de mogelijkheid om dat voor een bepaalde periode te doen, maar een dergelijke maatregel is juridisch nog niet zo eenvoudig door te voeren, is ons (en de gemeente) het afgelopen jaar gebleken.
Wij krijgen op grond van het voorgaande de indruk dat de ontwikkelaars van het beleid niet echt durven of willen kiezen. De vraag is of men met overtuiging wil “gaan” voor een dijk waar:
- Het voor wandelaars en fietsers goed toeven is;
- Waar echt genoten kan worden van het unieke, rust uitstralende landschap, de telkens wisselende kleurenpracht en de nog steeds aanwezige natuur.
C. De noodzaak een duidelijke keuze te maken
Dat duidelijke keuzes op dit moment voor dit gebied hard nodig zijn, is voor ons als direct betrokkenen bijzonder duidelijk. Wij hebben de situatie op de dijk de laatste 30 jaar in velerlei opzichten dramatisch zien veranderen:
Nog steeds neemt het aantal auto’s en motoren op de dijk toe. Dat geldt met name voor individuele motorrijders en motorrijders in groepen (motorclubs). Met snelheden van 60 km/h en vaak veel meer, toert men er lustig op los. Zigzaggend tussen de fietsers en wandelaars door, zonder amper snelheid te minderen. Het dwingt de fietser en wandelaar tot permanente waakzaamheid. Van een rustig gemoed en een rustige omgeving is absoluut geen sprake! Te veel motoren hebben aangepaste uitlaten om hun geluid zo ver mogelijk te laten dragen. Daarbij maken ze dankbaar gebruik van de klankkast die het harde, gladde wateroppervlak hen biedt.
Wij wonen soms aan een racecircuit, waar hangend in de bochten, motorrijders records weten te breken! Het idee dat dit gebied direct grenst aan een uitgestrekt stiltegebied met een hoge natuurwaarde en aan een Natura 2000 gebied is in dergelijke omstandigheden dan ook moeilijk voorstelbaar!
D. Verzoek aan de Gemeenteraad
Gelet op het voorgaande verzoeken wij de Gemeenteraad van Drechterland:
a) In de definitieve Omgevingsvisie een veel hogere prioriteit te geven aan rust en veiligheid voor fietsers en voetgangers op de Zuiderdijk dan in het huidige Ontwerp tot uitdrukking is gebracht.
b) Zich daarom in de definitieve nota expliciet uit te spreken voor een motorvoertuigen- luwe Zuiderdijk. Dit betekent dat de dijkweg op termijn zodanig wordt ingericht dat fietsers en voetgangers er op een veilige en aangename manier gebruik van kunnen maken. Snelheid en lawaai moeten door de te nemen maatregelen liefst op een zo natuurlijke, vanzelfsprekende manier worden geminimaliseerd. Motorvoertuigen worden door de verschillende maatregelen ondergeschikt gemaakt aan wandelaars en fietsers: de motorvoertuigen zijn op de dijkweg te gast.
c) Hoge prioriteit te geven aan een snelle realisatie van de maatregelen genoemd onder punt b.
d) Zich daarnaast uit te spreken voor:
- Het weren van motoren op de Zuiderdijk tijdens de weekenden tussen april en oktober zolang het gestelde onder punt b niet is gerealiseerd. Dit impliceert dat het beleid van de afgelopen jaren per direct wordt voortgezet. Dit beleid kan heroverwogen worden nadat de maatregelen gericht op het motorvoertuigen-luw maken van de Zuiderdijk zijn gerealiseerd en aantoonbaar het beoogde resultaat hebben opgeleverd.
- Indien afsluiting voor één groep motorvoertuigen juridisch problematisch blijkt te zijn, te kiezen voor de tijdelijke afsluiting van de dijk voor alle motorvoertuigen gedurende de weekends tussen april en oktober met ingang van april 2025. Ook in dit geval kan er sprake zijn van tijdelijkheid.
Recreatie en behoud van de natuur: een (on)overbrugbare tegenstelling?
A. Doelstellingen
De samenstellers van de Omgevingsvisie SED stellen vast dat het gebied rondom de Zuiderdijk landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke elementen bevat die uiterst aantrekkelijk zijn voor recreanten. Bovendien constateert men dat er een groot tekort is aan recreatieve wandel- en fietsmogelijkheden. Het ligt dan ook voor de hand, aldus de samenstellers, om in het “Westfries Linten” landschap en met name op en in de buurt van de Zuiderdijk ruimte te scheppen voor veilige en aantrekkelijke fiets- en wandelroutes.
In principe ondersteunen wij deze gedachte. Daarom zijn wij ook een warm voorstander van een motorvoertuigen-luwe Zuiderdijk. Met geringe middelen kunnen in dat geval goede, veilige mogelijkheden voor wandelaars en fietsers tot stand gebracht worden op de dijk! Extra paden aanleggen is dan niet nodig. Wij stonden daar in het eerste deel van onze reactie al bij stil.
De opstellers van de Omgevingsvisie zijn echter – in onze ogen terecht- waakzaam: men wil het romantische, kleinschalige en open landschap behouden. Het mag niet door aan recreatie gelieerde ontwikkelingen worden aangetast.
Ook wil men de natuur in dit gebied beter tot zijn recht laten komen. In de Omgevingsvisie wordt namelijk geconstateerd dat aan de dijk hoge natuurwaarden zijn verbonden, zowel binnen- als buitendijks. Daarbij valt te denken aan de vogelpopulatie en aan de planten en kleine dieren/insecten langs de dijk en in de talloze kleiputten die de dijk vergezellen.
Kijken we naar de afspraken vastgelegd in het Raadsbesluit van 31 mei 2021 dan treffen we eenzelfde insteek aan:
- De Raad wil de biodiversiteit op de dijk verbeteren, en
- Streeft naar versterking van de natuur, o.a. in de vele kleiputten.
Terecht wordt daarom in de Omgevingsvisie gekozen voor kleinschalige en tijdelijke dagrecreatie. De nota spreekt zich opvallend concreet, en tot onze blijdschap, uit tegen nieuwe grootschalige terreinen met recreatiehuisjes.
B. Beleidsmiddelen
Opnieuw kunnen wij ons in deze algemene abstracte visie vinden. Maar opnieuw raken wij gealarmeerd als de samenstellers van de Omgevingsvisie ingaan op meer concreet beleid:
- De mogelijkheid om evenementen te organiseren die tijdelijk “reuring” geven en (veel) bezoekers aantrekken, wordt door de samenstellers omarmd. Dat zou, stelt men op pagina 19, kunnen bijdragen aan een aantrekkelijk recreatief klimaat!
- Ook wordt gekozen voor de ontwikkeling van drie extra strandjes.
De vraag dringt zich vervolgens bij ons op hoe natuurbelangen en recreatieve doelen zich tot elkaar dienen te verhouden. Welke recreatieve ingrepen zijn nog in redelijkheid met de gestelde natuurwaarden verzoenbaar en welke ingrepen botsen daar (te) sterk mee? De indieners van deze zienswijze zijn van mening dat in de Omgevingsvisie vaak de juiste afwegingen en keuzes worden gemaakt. Bij drie beoogde maatregelen plaatsen wij echter grote vraagtekens:
- Wandelroutes die eventueel aan de binnenkant van de dijk worden gesitueerd.
- De drie extra strandjes die men wil aanleggen in het gebied.
- De evenementen die “reuring” geven en (veel) bezoekers aantrekken.
C. De noodzaak om per direct duidelijke keuzes te maken
De ontwikkeling van de biodiversiteit in het gebied vraagt om beschermende maatregelen en heldere keuzes voor de lange maar zeker ook voor de korte termijn.
- De diversiteit van de vogelpopulatie neemt snel af. Fietsend over de dijk, nog maar 20 jaar geleden, vlogen grutto’s voor ons uit, van paaltje naar paaltje om vervolgens naar het nest terug te keren. Dat is echt verleden tijd.
- De hoeveelheid insecten in de tuinen en langs de dijk is vooral de laatste 10 jaar opvallend sterk afgenomen. De voedselbasis voor onze (tuin)vogels, die overdadig was, is daardoor in korte tijd geminimaliseerd.
- Libellen en vleermuizen die in onze tuinen en dorpen in vele soorten voorkwamen, tref je steeds minder aan. Zelfs naar de steekmug verlangen wij soms terug.
Natuurlijk zijn dit ontwikkelingen die niet specifiek zijn voor ons gebied. Het is een landelijke trend die met name via landelijk beleid omgebogen moet worden. Wij onderkennen ook dat gemeenten op dit vlak weinig beleidsmiddelen tot hun beschikking hebben. Een reden te meer om die middelen waarover gemeenten wel kunnen beschikken optimaal te gebruiken.
D. Verzoek aan de Gemeenteraad
Gelet op het voorgaande vragen wij de Gemeenteraad in haar afweging tussen natuurwaarden en recreatieve belangen hoge prioriteit te verlenen aan het versterken van de natuur.
Concreet vragen wij:
a) Geen wandelroutes aan de binnenzijde van de Zuiderdijk aan te leggen.
- Het herstel van de biodiversiteit aan de binnenzijde van de dijk en verbetering van de natuur in de inwaarts gelegen kleiputten zijn daarmee in hoge mate gebaat.
- Dergelijke nieuwe routes zijn ook niet nodig als gekozen wordt voor een motorvoertuigen-luwe dijk zodanig dat de wandelaar en fietser op de dijkweg zelf de ruimte krijgen om veilig te recreëren.
b) De bestaande strandjes alleen indien nodig uit te breiden en zonder meer af te zien van de aanleg van drie nieuwe strandjes.
- De Omgevingseffectrapportage van 8 oktober 2024 waarin de Omgevingsvisie op haar effecten wordt beoordeeld, adviseert om de negatieve natuureffecten van de strandjes in te perken d.m.v. concentratie en intensivering (zie tabel 5.2, punt 6). In de effectrapportage wordt met nadruk voorgesteld af te zien van de drie nieuwe strandjes. Wij onderschrijven dit advies.
- De noodzaak om extra strandjes aan te leggen is ook sterk afgenomen. Het recreatieterrein bij Schellinkhout bijvoorbeeld, wordt een stuk minder intensief gebruikt (vnl. nog door kitesurfers) sinds het ‘Stadsstrand’ aan de zuidzijde van Hoorn in gebruik is genomen!
c) Zonder enig voorbehoud het idee van de hand te wijzen om evenementen die reuring geven in dit gebied toe te staan en te faciliteren.
- Een gebied met hoge natuurwaarden, gelegen aan een Natura 2000 gebied met het predicaat stiltegebied, dat beschermt en wat betreft natuur verbeterd moet worden, stel je niet bloot aan evenementen die zonder enige twijfel veel lawaai produceren en grote aantallen mensen trekken. Eerdergenoemde effectrapportage kijkt niet voor niets met de nodige zorg naar voorstellen in de Omgevingsvisie die bedreigend zijn voor de natuur in het gebied!
- Bovendien is de noodzaak om dit soort evenementen in dit gebied toe te staan (en zelfs te entameren) niet nodig. Er zijn immers voldoende alternatieve, meer passende locaties!
Tot slot vragen wij de Gemeenteraad te bevorderen dat bewoners van Drechterland actief betrokken worden bij de verdere ontwikkeling en/of aanpassingen van de Omgevingsvisie SED. Uiteraard staan wij positief tegenover een uitnodiging van uw kant de zienswijze die voorligt nader toe te lichten, bijvoorbeeld in kleine kring of d.m.v. een hoorzitting.